Prof. Sara Vicca over 'Ecosystemen onder druk van het klimaat'


Sara Vicca op 13 januari 2020 over 'Ecosystemen onder druk van het klimaat'.
Sara Vicca op 13 januari 2020 over 'Ecosystemen onder druk van het klimaat'.

13 januari 2020, Ecosystemen onder druk van het klimaat.

Sara Vicca, Prof. Universiteit Antwerpen.

Hierbij geven we een korte en weinig-technische situering van de voordracht.  De voordracht van Sara Vicca concentreert zich op de invloed van terrestrische (op het land, water niet inbegrepen) ecosystemen. Ze hebben de klimaatverandering vertraagd, dankzij het CO2-bemestingseffect. De C-sink (koolstofput) staat evenwel zelf onder druk van klimaatverandering maar ook andere stressfactoren.

Een koolstofput (ook koolstofdioxideput genoemd) verwijst in de aardwetenschappen naar een koolstofreservoir dat gedurende een onbepaalde tijd meer koolstofhoudende verbindingen opneemt dan dat het uitstoot, hoofdzakelijk via fotosynthese voor de aanmaak van planten. Een voorbeeld is een bos. Een bos is een koolstofreservoir, omdat het over koolstofhoudende verbindingen beschikt in de vorm van hout. Wanneer een bos toeneemt in biomassa is het een koolstofput. Een bos wordt echter een koolstofbron wanneer het afneemt in biomassa. Koolstofputten spelen een belangrijke rol in de koolstofcyclus: zij halen het broeikasgas CO2 uit de lucht en verminderen daarmee de opwarming van de Aarde. De belangrijkste actuele koolstofputten zijn bossen, als onderdeel van de biosfeer (maar alleen degenen die een totale netto groei van de productie van biomassa hebben) en oceanen (behorend tot de hydrosfeer). Bossen halen voor hun groei koolstofdioxide uit de lucht en bewaren deze als biomassa.

Een kunstmatige koolstofput is het de grond inploegen van houtskool. Voor bepaalde grondsoorten levert dit een verbetering van de grondstructuur op. Tegelijkertijd wordt er koolstof die ontnomen is aan de atmosferische kringloop in de grond opgeslagen. In geologische tijden is het belangrijkste koolstofreservoir de lithosfeer, die 99,8% van de koolstof die zich op de Aarde bevindt bevat; voornamelijk als carbonaten zoals kalksteen. De lithosfeer of steenschaal is het buitenste gedeelte van de vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik (Afhankelijk van of het oceanische of continentale lithosfeer betreft). De lithosfeer verschilt van de onderliggende asthenosfeer doordat het gesteente kouder, sterker en rigider is. De lithosfeer omvat behalve de aardkorst het harde bovengedeelte van de mantel. Uit de lithosfeer worden geen significante hoeveelheden koolstof teruggegeven aan de biologische koolstofcyclus. In de aardkorst zijn er zeer grote hoeveelheden silicaat-mineralen die op de lange termijn blijvend grote hoeveelheden CO2 uit de atmosfeer kunnen verwijderen doordat ze omgezet worden in carbonaten, waar koolstofdioxide voor nodig is. Echter, de bijbehorende chemische reacties vinden zo langzaam plaats dat de lithosfeer voor de huidige uitstoot van kooldioxide niet kan fungeren als een put, althans op de korte tot middellange termijn.

Een kunstmatige versnelling van deze processen door mijnbouw en verpulveren van bijbehorende silicaten en het gebruik van zuren is theoretisch mogelijk, maar lijkt op een wereldwijde schaal als gevolg van het verwachte hoge materiaal-, energie- en landverbruik vooralsnog slechts matig realistisch: van het meest geschikte mineraal (serpentijn) is er al acht ton nodig om een ton CO2 permanent uit de atmosfeer te verwijderen. Misschien biedt olivijn meer mogelijkheden.

Turnhouts Wetenschapscafé.





Download
TurnhoutsWetenschapscafe_Jan2020_Vicca.p
Microsoft Power Point presentatie 79.9 MB