'Biodiversiteit staat onder druk maar is belangrijk, voor iedereen, en des te meer in een veranderende wereld'. Waarbij spreker een open deur intrapt. Hierbij is de terugkeer van de wolf in onze contreien enkel een prettige maar anekdotische hype.
De snelheid waarmee organismen uitsterven is vandaag 1000 maal hoger dan wat onder natuurlijke omstandigheden (zonder menselijk ingrijpen) zou gebeuren. Deze evolutie is zeer goed gedocumenteerd
op basis van mathematische modellen. Bij ongewijzigd beleid zal deze snelheid in de toekomst nog met een factor 10 stijgen.
De voornaamste oorzaken van het globale biodiversiteitsverlies zijn de verandering van habitats en klimaat, de aankomst van invasieve soorten, over-exploitatie en de verontreiniging (vooral
gerelateerd aan stikstof en fosfor).
In een studie binnen het labo van spreker werd gepeild naar het verlies aan plantensoorten te Turnhout tussen 1880 en 1999, en dit via vergelijking van een honderd jaar oude lijst en recente
inventarisatie. Op het niveau Turnhout blijken 25% van de soorten uitgestorven. Op biotoopniveau stijgt dit verlies tot 50%.
In de Kempen zijn vooral veranderingen in landgebruik en atmosferische depositie van polluenten (vervuilende stoffen) op een weinig bufferende bodem, de belangrijkste oorzaken.
De toch belangrijke aandacht voor en genomen maatregelen inzake natuurbehoud hebben de afname van biodiversiteit zeker vertraagd, maar blijven onvoldoende.
Een belangrijke beleidsomslag inzake natuurbehoud was het initiatief van de Verenigde Naties in 2000 tot invoering en invulling van het begrip 'ecosysteemdienst': een product of dienst die door een ecosysteem aan de mens wordt geleverd. Tussen 2001 en 2005 werkten ruim 1300 experts vanuit de hele wereld aan het project: 'The Millennium Ecosystem Assessment'. Hierbij werd de afname in ecosysteemdiensten in historisch perspectief in kaart werden gebracht. Natuur is niet enkel een wat nostalgische bezigheid, maar harde business. De vastlegging van atmosferische koolstof ter reductie van broeikasgassen is zonder groene planten onmogelijk. Commerciële gewasteelt zonder bijen (bestuiving) is soms problematisch, net zoals het telen van dezelfde gewassen op een dode bodem waarin micro-organismen afwezig zijn. De aanwezigheid van een eenvoudige houtkant in het landschap, die niemand echt benadeelt, maar die voor sommigen blijkbaar wel storend is, kan reeds een groot aantal diensten leveren.
Invloed van biodiversiteit op ecosysteemdiensten is voorwerp van menig hedendaags onderzoek. FORBIO (FORest BIOdiversity) is een dergelijk grootschalig diversiteitsexperiment met bomen. Een perceel land (standaardisatie bodem) werd virtueel verdeeld in een groot aantal rasters, waarbij men in elk raster selecties van minder of meerdere bomen plant en hun groei volgt. De rasters die de meest diverse soortenrijkdom scoren assimileren in het experiment de grootste hoeveelheid koolstof.
Het belang van zeldzame soorten in ecosystemen is echter eerder klein, gelet op de geringe biomassa ervan. Uit onderzoek blijken ze echter wél goede indicatoren voor meer complexe ecosystemen te
zijn, welke op hun beurt in sterkere 'harde' effecten resulteren (ecosysteemdiensten, The Next Level).
Zo is de virulentie bij de mens van de bacterie Borrelia die via teken de ziekte van Lyme verspreidt, kleiner naarmate het ecosysteem (aanbod gastheren) waarin ze leven complexer is. Teken die
zich voeden met muizen hebben de meeste kans om besmet te worden met de bacterie. Als de teken enkel muizen hebben als gastheer is de kans op besmetting dus heel groot. Als ze ook andere
gastheren hebben is dat kans op besmetting veel kleiner.
Ook de opbrengst van vierkante-meter-tuintjes is groter bij meer diversiteit in het plantmateriaal in de omgeving.
Zowaar een boeiende avond over een onderwerp, dat op andere wijzen reeds vroeger in het TWC aan de orde kwam, maar waar deze voordracht nieuwe dimensies aan toevoegde.
Waarna voorzitter Louis de vragenronde met gekend enthousiasme modereerde en de avond afsloot.
De verslaggever, J. Konings
© Jozef Konings