Ronny Decorte, eminent erfelijkheidswetenschapper en Turnhoutenaar onderhoudt het cafépubliek over een aantal toepassingen van modern DNA-onderzoek, waarin zijn Leuvense lab, ook ver buiten onze landsgrenzen, een prominente rol speelt: genetische verwantschap, forensische onderzoek en andere afstamming van de moderne mens.
Elke menselijke cel bezit een kern met 46 DNA-strengen (desoxyribonucleïnezuur) alias chromosomen, waarvan twee geslachtschromosomen, verschillend bij mannen (ongelijk XY) en vrouwen (gelijk XX). Bouwstenen van DNA zijn 2 basenparen, schematisch voor te stellen als A- T, G- C. De menselijke cel heeft ook mitochondriaal DNA enkel bij vrouwen overerfbaar: mitochondriën zijn binnen cellen aanwezig voor energieomzetting. De opeenvolging van basenparen is per individu uniek en wordt bij geslachtelijke voortplanting bijna perfect gekopieerd dus doorgegeven aan nakomelingen. Soms worden fouten gemaakt bij het kopiëren: analyse van typefouten en frequenties geven genetici essentiële info. Twee soorten kopieerfouten komen voor: puntmutaties (SNP’s, ca 1 op 10 miljard generaties) en herhalingsmutaties (STR’s, 1 op 182 generaties). Onderlinge verwantschap, medisch- en forensisch onderzoek speurt naar de tweede groep fouten, afstamming van de moderne mens over langere periodes naar de eerste. Kleine stukjes DNA met verschillende merkers (Short Tandem Repeats) volstaan meestal voor onderzoek omdat men van die kleine stukjes grote hoeveelheden kan maken via PCR-technologie (Polymerase Chain Reaction). Mannelijke overerving wordt gedetecteerd op het Y-chromosoom, vrouwelijke op het mitochondriaal DNA (zie boven).
Een belangrijk toepassingsgebied van moderne genetica is het bepalen van verwantschap, soms op zoek naar de biologische vader, dan weer in het kader van gezinshereniging. In dit domein dat tot
voor enkele decennia redelijk speculatief was, zijn nu sluitende analyses mogelijk, maar blijken er ook sjacheraars actief. Qua verwantschap werd tot voor kort aangenomen dat ca 10% van de
kinderen een andere biologische vader had dan gedacht. Uit grootschalig onderzoek door het labo van professor Decorte, is gebleken dat het reële aantal 'koekoekskids' ca 1% is, waarmede een mythe
doorprikt werd. In kleine vaak marginale populaties kunnen hogere percentages voorkomen. Tweede belangrijke toepassing is identificatie-onderzoek bij misdrijven en terrorisme.
Genetisch onderzoek kan uitgevoerd worden op alle organische materiaal achtergelaten op de plaats-delict of er vandaan meegenomen (principe van Lockard). Alle cellen van een organisme hebben
hetzelfde DNA. Huidcellen bv leven 1 maand en worden door de mens massaal afgestoten (400.000 cellen per dag) en dus snel achtergelaten. Criminelen wees gewaarschuwd. Ook genealogische afstamming
is sinds kort een belangrijk item. Hier wordt bv de meest recente gemeenschappelijke voorouder gezocht (MRCA of Most Recent Common Ancester). Blijkt bv dat 40% van de Vlamingen genetisch verwant
is en aldus een gemeenschappelijke voorouder heeft binnen de laatste 1000 jaar. De biologische geschiedenis van de moderne mens is wetenschappelijk, maar bij uitbreiding breed maatschappelijk
(religie, wereldbeeld, rassen, …) een belangrijk item. Genetisch onderzoek vult het vroeger eerder morfologische onderzoek in relatie tot geologische stratificatie aan. Onderzoek zoals dit naar
de relatie Neanderthaler - Homo sapiens, en de verspreiding van deze laatste “out of Africa” zijn daardoor in een stroomversnelling gekomen.
Genetica met GGO’s (genetisch gemodificeerde organismen), de maakbaarheid van het DNA in eicellen en de therapeutische genetische toepassingen, vielen buiten de scope van de avond. Ook hier zijn
consequenties bv ethisch verregaand.
Voorwaar een boeiende avond, met dank aan onze eminente spreker.
© Jozef Konings